Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 73:8-12 BasisBijbel (BB)

8. Ze spotten met alles,ze misbruiken hun macht.Op alles en iedereen kijken ze neer.

9. Tegen God in de hemel hebben ze een grote mond.Over de mensen op aarde zeggen ze wat ze maar willen.

10. Daarom komen de mensen naar hen toe.Ze drinken hun woorden op als water.

11. Ze zeggen: "Het kan God niets schelen.Hoe zou God het weten? Hij ziet het niet!"

12. Het zijn slechte mensen, maar toch gaat het goed met hen.Ze worden rijker en rijker en hebben geen zorgen.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 73