Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 73:21-27 BasisBijbel (BB)

21. Toen ik er boos en bitter over was,[ dat het zo goed met hen gaat, ]

22. was ik een grote dwaas.Ik was als een dier zonder verstand.

23. Want ik mag altijd dicht bij U zijn.U houdt mijn hand vast.

24. Zo leidt U mij en geeft U mij raad.Later zult U mij eervol ontvangen.

25. Wie heb ik in de hemel behalve U?Ook op aarde verlang ik niets anders dan U.

26. Zelfs als ik zou sterven, bent U alles voor mij.U bent de rots onder mijn voeten.Voor eeuwig bent U alles voor mij.

27. Maar het loopt slecht af met de mensendie zich niets van U aantrekken.U vernietigt de mensen die ontrouw aan U zijn en U verlaten.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 73