1. [ Jesaja zegt: ] Dit is wat ik van de Heer moet zeggen over Tyrus.Huil, zeelui die naar Tarsis varen! Want [ jullie thuishaven ] Tyrus is verwoest. Er is geen huis meer over. Er woont niemand meer. Bij Chittim [ (= Cyprus) ] hoorden jullie het nieuws.
2. Wees stil van schrik, bewoners van het eiland! Want jullie zijn rijk geworden dankzij de handelaren uit Sidon die over de zeeën varen.