hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66

Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 23 BasisBijbel (BB)

1. [ Jesaja zegt: ] Dit is wat ik van de Heer moet zeggen over Tyrus.Huil, zeelui die naar Tarsis varen! Want [ jullie thuishaven ] Tyrus is verwoest. Er is geen huis meer over. Er woont niemand meer. Bij Chittim [ (= Cyprus) ] hoorden jullie het nieuws.

Gods woorden over Tyrus en Sidon

2. Wees stil van schrik, bewoners van het eiland! Want jullie zijn rijk geworden dankzij de handelaren uit Sidon die over de zeeën varen.

3. Over de Grote Zee kwam er graan uit Sichor. Jullie leefden van de oogst die uit Egypte kwam. Tyrus deed zaken met alle volken.

4. Sidon, schaam je. Want er woont niemand meer in je. Zonder jouw bewoners voelt de zee zich kinderloos en zegt: "Het is net alsof ik nooit kinderen gehad heb." Het is alsof je nooit hebt bestaan.

5. Als de mensen horen wat er met Tyrus is gebeurd, zullen ze geschokt zijn. Net zo geschokt als toen ze het nieuws hoorden over de verwoesting van Egypte.

6. Vlucht naar Tarsis en huil, bewoners van het eiland!

7. Wat is er over van jullie levendige stad? Die stad die al zó lang bestond? De stad waarvan de bewoners naar verre landen gingen om daar handel te drijven?

8. De handelaren van Tyrus hoorden bij de belangrijkste mensen op aarde! Wie heeft ervoor gezorgd dat het zó met het machtige Tyrus is afgelopen?

9. De Heer van de hemelse legers heeft dit gedaan. Hij besloot om een einde te maken aan al die trotse rijkdom. Hij besloot om al die machtige mensen te vernederen.

10. Bewoners van Tarsis, zwerm maar uit over het land, zoals de Nijl in Egypte het land overspoelt. Er is niets meer wat jullie nog tegenhoudt.

11. De Heer heeft zijn hand uitgestrekt over de zee. Koninkrijken maakte Hij aan het beven. De Heer heeft het bevel gegeven om de burchten in Kanaän te verwoesten.

12. Hij zei: "Sidon, arme stad! Je zal niet meer vrolijk en blij zijn. Vaar maar naar Chittim, maar je zal er geen rust vinden.

13. Kijk naar het land van de Babyloniërs. Dat land, en niet Assur, heeft Tyrus helemaal verwoest. Nu leven er alleen nog maar woestijndieren. Babel bestormde de muren, verwoestte de burchten. Nu zijn er alleen nog puinhopen.

14. Huil, zeelui die naar Tarsis varen, want jullie burcht Tyrus is verwoest."

15. Tyrus zal 70 jaar lang worden vergeten, net zo lang als één koning regeert. Aan het eind van die 70 jaar zal het met Tyrus net zo gaan als met de hoer in het liedje.

16. Over die hoer wordt gezongen: "Maak muziek, ga rond door de stad, vergeten hoer! Speel maar mooi, zing maar veel, misschien willen de mannen je weer hebben."

17. Net zo zal de Heer er aan het eind van die 70 jaar voor zorgen dat alle koninkrijken op aarde weer handel willen drijven met Tyrus. Tyrus zal weer met allerlei steden en landen een verbond sluiten.

18. Maar alle winst die Tyrus daarmee zal maken, zal voor de Heer zijn. Het zal niet worden opgeslagen. Het zal zijn voor de mensen die dicht bij de Heer leven. Ze zullen er eten en kleren van kopen.