Oude Testament

Nieuwe Testament

Ester 2:9-20 BasisBijbel (BB)

9. Hegai vond het meisje erg aardig. Daarom gaf hij haar zo gauw mogelijk de schoonheidsmiddelen en de speciale maaltijden. Hij gaf haar zeven van de beste dienaressen. En hij liet haar met haar dienaressen in het mooiste gedeelte van het vrouwenhuis wonen.

10. Ester had tegen niemand gezegd van welk volk ze was. Want Mordechai had haar gezegd het aan niemand te vertellen.

11. Elke dag wandelde Mordechai langs het plein van het vrouwenhuis, om te horen hoe het met Ester ging en wat er met haar zou gebeuren.

12. Elk meisje moest twaalf maanden in het vrouwenhuis wonen en haar schoonheidskuur doen. Dan pas was ze aan de beurt om bij koning Ahasveros te komen. De schoonheidskuur was zó ingedeeld: elk meisje moest zes maanden baden nemen met mirre-olie en zes maanden met specerijen. Ook moest ze nog andere schoonheidsmiddelen gebruiken.

13. Daarna werd het meisje naar de koning gebracht. Daarbij mocht ze alles wat ze maar wilde uit het vrouwenhuis meenemen naar het koninklijk paleis.

14. 's Avonds ging ze naar de koning en 's morgens kwam ze weer naar buiten. Dan werd ze naar een tweede vrouwenhuis gebracht, waarover Saäsgaz het toezicht had. Hij was de bewaker van de bijvrouwen van de koning. Ze mocht alleen nog bij de koning komen als de koning haar liet roepen.

15. Toen was Ester, de dochter van Abichaïl (de oom van Mordechai) aan de beurt om bij de koning te komen. Ze nam alleen mee wat Hegai haar aanraadde. Alle mensen die Ester zagen, vonden haar een heel aantrekkelijk meisje.

16. Ester werd naar de koning gebracht in zijn koninklijk paleis. Dat was in de tiende maand (de maand Tebet), toen koning Ahasveros zeven jaar koning was.

17. De koning vond Ester mooier en liever dan alle andere vrouwen. Hij hield meer van haar dan van alle andere meisjes. Daarom kroonde hij haar tot koningin in de plaats van Vasti.

18. Toen liet de koning een grote feestmaaltijd klaarmaken en nodigde al zijn ministers en dienaren uit voor het feest van Ester. De provincies van zijn rijk hoefden die maand geen belasting te betalen. Ook deelde hij gul geschenken uit, zoals je dat van een koning mocht verwachten.

19. Toen er voor de tweede keer meisjes uit het hele land naar het paleis werden gebracht, deed Mordechai dienst in de poort van het paleis.

20. (Ester had niemand verteld van welk volk ze was, want ze deed altijd wat Mordechai zei.)

Lees verder hoofdstuk Ester 2