Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 24:22-31 BasisBijbel (BB)

22. Jahat, de zoon van Selomot uit de familie van Jizhar.

23. De zonen van Hebron: Jeria, de oudste zoon, de tweede zoon Amarja, de derde zoon Jahaziël en de vierde zoon Jekameam.

24. Samir, de zoon van Micha uit de familie van Uzziël.

25. Zecharja, de zoon van Micha's broer Jissia.

26. Mali en Musi, uit de familie van Merari's zoon Jaäzia.

27. Verder uit Jaäzia's familie Soham, Zakkur en Hibri.

28. De zonen van Mali: Eleazar en Kis. Eleazar had geen zonen.

29. Kis had één zoon: Jerameël.

30. Mali, Eder en Jerimot uit de familie van Musi.Dit zijn de Levieten, ingedeeld volgens de families waar ze bij horen.

31. Net als bij de priesters werd er geloot in welke volgorde ze zouden werken. Hierbij waren koning David, Zadok, Ahimelech en de familiehoofden van de priesters en van de Levieten aanwezig. Er werd over iedereen geloot: van de oudste zoon tot de jongste zoon van elke familie.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 24