Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 24:17-29 BasisBijbel (BB)

17. Het 21e op Jachin. Het 22e op Gamul.

18. Het 23e op Delaja. Het 24e op Maäzja.

19. Zij waren de opzichters van de groepen die dienst moesten doen in de tempel van de Heer. Ze moesten werken volgens de regels die hun voorvader Aäron gegeven had. Die regels waren gegeven door de Heer, de God van Israël.

20. De andere Levieten waren:Jedeja, de zoon van Subael, uit de familie van Amram.

21. Jissia, uit de familie van Rehabja.

22. Jahat, de zoon van Selomot uit de familie van Jizhar.

23. De zonen van Hebron: Jeria, de oudste zoon, de tweede zoon Amarja, de derde zoon Jahaziël en de vierde zoon Jekameam.

24. Samir, de zoon van Micha uit de familie van Uzziël.

25. Zecharja, de zoon van Micha's broer Jissia.

26. Mali en Musi, uit de familie van Merari's zoon Jaäzia.

27. Verder uit Jaäzia's familie Soham, Zakkur en Hibri.

28. De zonen van Mali: Eleazar en Kis. Eleazar had geen zonen.

29. Kis had één zoon: Jerameël.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 24