Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 24:1-5 BasisBijbel (BB)

1. De priesters (dus de Levieten uit de familie van Aäron) waren ook in groepen ingedeeld. De zonen van Aäron waren: Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar.

2. Nadab en Abihu stierven eerder dan hun vader. Ze hadden geen zonen. Daarom namen Eleazar en Itamar hun taak als priester over.

3. Koning David, de priester Zadok (uit de familie van Eleazar) en de priester Achimelech (uit de familie van Itamar) verdeelden de priesters voor hun werk in groepen.

4. De familie van Eleazar was groter dan de familie van Itamar. Daarom werden uit de familie van Eleazar 16 mannen aangewezen als hoofd van een groep, en uit de familie van Itamar acht mannen.

5. De volgorde waarin de groepen zouden werken, werd bepaald door loting. In alle groepen zaten uit beide families opzichters over het heiligdom. Zij werden wel 'Opzichters van God' genoemd.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 24