Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 23:9-14 BasisBijbel (BB)

9. Simeï had drie zonen: Selomit, Haziël en Haran. Dat waren de familiehoofden van Ladan.

10. Simeï had vier kleinzonen: Jahat, Zina, Jeüs en Beria.

11. Jahat was het familiehoofd, daarna kwam Zina. Maar Jehus en Beria hadden niet veel zonen. Daarom werden zij samen als één familie gezien en als één groep beschouwd in het dienstrooster.

12. Kehat had vier zonen gehad: Amram, Jizhar, Hebron en Uzziël.

13. De zonen van Amram waren: Aäron en Mozes. Aäron was door de Heer uitgekozen: hij en zijn zonen ná hem zouden voortaan de offers brengen voor de Heer en Hem dienen en zegenen.

14. De zonen van Mozes, de dienaar van God, waren Gersom en Eliëzer.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 23