Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 23:28-32 BasisBijbel (BB)

28. Zij moesten de priesters helpen bij de dienst in de tempel van de Heer. Ze hadden het toezicht op de pleinen, de kamers, het schoonmaken van alle voorwerpen, en op alles wat er gedaan moest worden in de tempel van God.

29. Zo moesten ze ook zorgen voor de heilige broden, het meel voor de meel-offers, de ongegiste koeken, de bakplaat, het beslag en alle maatbekers waarmee gewogen werd.

30. En elke ochtend en avond moesten ze klaarstaan om de Heer te prijzen [ met liederen en muziek ].

31. Ook hielpen ze bij alle brand-offers van de heilige rustdagen, de nieuwe maand en de feesten. Ze werkten in groepen die elkaar aflosten volgens een vast rooster.

32. Ze hadden [ nu nog ] allemaal hun taak bij de tent van ontmoeting en zouden [ later ] de priesters helpen bij de dienst in de tempel van de Heer.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 23