Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 23:18-26 BasisBijbel (BB)

18. De zoon van Jizhar was Selomit, het familiehoofd.

19. De zonen van Hebron waren: Jeria, het familiehoofd, zijn tweede zoon Amarja, zijn derde zoon Jahaziël, zijn vierde zoon Jekameam.

20. De zonen van Uzziël waren: Micha, het familiehoofd, en zijn tweede zoon Jissia.

21. Merari had twee zonen gehad: Mali en Musi. De zonen van Mali waren Eleazar en Kis.

22. Toen Eleazar stierf, had hij geen zonen, maar alleen dochters. Zij trouwden met hun neven, de zonen van Kis.

23. Musi had drie zonen: Mali, Eder en Jeremot.

24. Zij gaven leiding aan de Levieten die dienst gingen doen in de tempel van de Heer. Dat waren allemaal mannen van 20 jaar of ouder, ingedeeld volgens hun families.

25. Want David had gezegd: 'De Heer, de God van Israël, heeft zijn volk een eigen plek gegeven. Nu woont Hij voor altijd in Jeruzalem.

26. Nu hoeven de Levieten de tent en alles wat daarbij hoort niet meer te dragen.'

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 23