9. Israël, vertrouw op de Here,Hij is hun hulp en hun schild;
10. gij huis van Aäron, vertrouwt op de Here,Hij is hun hulp en hun schild;
11. gij, die de Here vreest, vertrouwt op de Here,Hij is hun hulp en hun schild.
12. De Here heeft onzer gedacht; Hij zal zegenen,Hij zal zegenen het huis Israëls,Hij zal zegenen het huis van Aäron;