dan zullen zij zeggen tot de inwoners van dit land, die gehoord hebben, dat Gij, Here, in het midden van dit volk zijt, dat Gij, Here, oog in oog U hebt laten zien, terwijl uw wolk boven hen staat en Gij in de wolkkolom vóór hen henen gaat des daags en in de vuurkolom des nachts –