4. de armen dringen zij van de weg,de ellendigen des lands verbergen zich altegader.
5. Zie, als wilde ezels in de woestijn gaan zij uit tot hun werk,zoekend naar voedsel;de steppe moet hun het brood voor de kinderen verschaffen.
6. In het veld halen zij zich voederen de wijngaard van de goddeloze lezen zij af.
7. Naakt overnachten zij, bij gebrek aan kleding,zij hebben geen dekking tegen de koude;