Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 34:3-6 Statenvertaling (SV1750)

3. En het Zuiden, en het effen veld der vallei van Jericho, de palmstad, tot Zoar toe.

4. En de HEERE zeide tot hem: Dit is het land, dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb, zeggende: Aan uw zaad zal Ik het geven! Ik heb het u met uw ogen doen zien, maar gij zult daarheen niet overgaan.

5. Alzo stierf Mozes, de knecht des HEEREN, aldaar in het land van Moab, naar des HEEREN mond.

6. En Hij begroef hem in een dal, in het land van Moab, tegenover Beth-peor; en niemand heeft zijn graf geweten, tot op dezen dag.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 34