Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Samuël 2:2-6 Statenvertaling (SV1750)

2. Er is niemand heilig, gelijk de HEERE; want er is niemand dan Gij, en er is geen rotssteen, gelijk onze God!

3. Maakt het niet te veel, dat gij hoog, hoog zoudt spreken, dat iets hards uit uw mond zou gaan; want de HEERE is een God der wetenschappen, en Zijn daden zijn recht gedaan.

4. De boog der sterken is gebroken; en die struikelden, zijn met sterkte omgord.

5. Die verzadigd waren, hebben zich verhuurd om brood, en die hongerig waren, zijn het niet meer; totdat de onvruchtbare zeven heeft gebaard, en die vele kinderen had, krachteloos is geworden.

6. De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen.

Lees verder hoofdstuk 1 Samuël 2