Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Samuël 2:10-13 Statenvertaling (SV1750)

10. Die met den HEERE twisten, zullen verpletterd worden; Hij zal in den hemel over hen donderen; de HEERE zal de einden der aarde richten, en zal Zijn Koning sterkte geven, en den hoorn Zijns Gezalfden verhogen.

11. Daarna ging Elkana naar Rama in zijn huis; maar de jongeling was den HEERE dienende voor het aangezicht van den priester Eli.

12. Doch de zonen van Eli waren kinderen Belials; zij kenden den HEERE niet.

13. Want de wijze dier priesters met het volk was, dat, wanneer iemand een offerande offerde, des priesters jongen kwam, terwijl het vlees kookte, met een drietandigen krauwel in zijn hand;

Lees verder hoofdstuk 1 Samuël 2