Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 8:2-8 Statenvertaling (SV1750)

2. Naho, den vierde, en Rafa, den vijfde,

3. Bela nu had deze kinderen: Addar, en Gera, en Abihud,

4. En Abisua, en Naaman, en Ahoah,

5. En Gera, en Sefufan, en Huram.

6. Dezen nu zijn de kinderen van Ehud; dezen waren hoofden der vaderen van de inwoners te Geba, en hij voerde hen over naar Manahath;

7. En Naaman, en Ahia, en Gera; dezen voerde hij weg; en hij gewon Uzza en Ahihud.

8. En Saharaim gewon kinderen in het land van Moab (nadat hij dezelve weggezonden had) uit Husim en Baara, zijn vrouwen;

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 8