17. Over de Levieten was Hasabja, de zoon van Kemuel; over de Aaronieten was Zadok;
18. Over Juda was Elihu, uit de broederen van David; over Issaschar was Omri, de zoon van Michael;
19. Over Zebulon was Jismaja, de zoon van Obadja; over Nafthali was Jerimoth, de zoon van Azriel;
20. Over de kinderen van Efraim was Hosea, de zoon van Azazja; over den halven stam van Manasse was Joel, de zoon van Pedaja;
21. Over half Manasse, in Gilead, was Jiddo, de zoon van Zecharja; over Benjamin was Jaasiel, de zoon van Abner;
22. Over Dan was Azarel, de zoon van Jeroham. Dezen waren de oversten der stammen van Israel.