Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 25:10-19 Statenvertaling (SV1750)

10. Het derde voor Zakkur; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

11. Het vierde voor Jizri; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

12. Het vijfde voor Nethanja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

13. Het zesde voor Bukkia; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

14. Het zevende voor Jesarela; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

15. Het achtste voor Jesaja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

16. Het negende voor Mattanja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

17. Het tiende voor Simei; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

18. Het elfde voor Azareel; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

19. Het twaalfde voor Hasabja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 25