Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 6:10-15 Statenvertaling (SV1750)

10. Hij bouwde ook de kameren aan het ganse huis, van vijf ellen in haar hoogte; en hij voegde ze vast aan dat huis met cederenhout.

11. Toen geschiedde het woord des HEEREN tot Salomo, zeggende:

12. Aangaande dit huis, dat gij bouwt, zo gij wandelt in Mijn inzettingen, en doet Mijn rechten, en onderhoudt al Mijn geboden, wandelende in dezelve; zo zal Ik Mijn woord met u bevestigen, dat Ik tot uw vader David gesproken heb;

13. En Ik zal in het midden der kinderen Israels wonen; en Ik zal Mijn volk Israel niet verlaten.

14. Alzo bouwde Salomo dat huis en volmaakte hetzelve.

15. Ook bouwde hij de wanden van het huis van binnen met cederen planken; van den vloer des huizes tot aan het dak der wanden, beschoot hij ze van binnen met hout; en overdekte den vloer van het huis met dennen planken.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 6