Oude Testament

Nieuwe Testament

Mattheüs 22:44-46 Statenvertaling (SV1750)

44. De Heere heeft gezegd tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten.

45. Indien Hem dan David noemt zijn Heere, hoe is Hij zijn Zoon?

46. En niemand kon Hem een woord antwoorden; noch iemand durfde Hem van dien dag aan iets meer vragen.

Lees verder hoofdstuk Mattheüs 22