Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 9:1-5 Statenvertaling (SV1750)

1. En voorbijgaande, zag Hij een mens, blind van de geboorte af.

2. En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Rabbi, wie heeft er gezondigd, deze, of zijn ouders, dat hij blind zou geboren worden?

3. Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar dit is geschied, opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard worden.

4. Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan.

5. Zolang Ik in de wereld ben, zo ben Ik het Licht der wereld.

Lees verder hoofdstuk Johannes 9