Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 2:22-25 Statenvertaling (SV1750)

22. Daarom, als Hij opgestaan was van de doden, werden Zijn discipelen gedachtig, dat Hij dit tot hen gezegd had, en zij geloofden de Schrift, en het woord, dat Jezus gesproken had.

23. En als Hij te Jeruzalem was, op het pascha, in het feest, geloofden velen in Zijn Naam, ziende Zijn tekenen, die Hij deed.

24. Maar Jezus Zelf betrouwde hun Zichzelven niet, omdat Hij hen allen kende,

25. En omdat Hij niet van node had, dat iemand getuigen zou van den mens; want Hij Zelf wist, wat in den mens was.

Lees verder hoofdstuk Johannes 2