Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 13:19-23 Statenvertaling (SV1750)

19. Van nu zeg Ik het ulieden, eer het geschied is, opdat, wanneer het geschied zal zijn, gij geloven moogt, dat Ik het ben.

20. Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo Ik iemand zende, wie dien ontvangt, die ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, die ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft.

21. Jezus, deze dingen gezegd hebbende, werd ontroerd in den geest, en betuigde, en zeide: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat een van ulieden Mij zal verraden.

22. De discipelen dan zagen op elkander, twijfelende, van wien Hij dat zeide.

23. En een van Zijn discipelen was aanzittende in den schoot van Jezus, welken Jezus liefhad.

Lees verder hoofdstuk Johannes 13