Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 5:13-17 Statenvertaling (SV1750)

13. En van de anderen durfde niemand zich bij hen voegen; maar het volk hield hen in grote achting.

14. En er werden meer en meer toegedaan, die den Heere geloofden, menigten beide van mannen en van vrouwen;

15. Alzo dat zij de kranken uitdroegen op de straten, en legden op bedden en beddekens, opdat, als Petrus kwam, ook maar de schaduw iemand van hen beschaduwen mocht.

16. En ook de menigte uit de omliggende steden kwam gezamenlijk te Jeruzalem, brengende kranken, en die van onreine geesten gekweld waren; welke allen genezen werden.

17. En de hogepriester stond op, en allen, die met hem waren (welke was de sekte der Sadduceen), en werden vervuld met nijdigheid;

Lees verder hoofdstuk Handelingen 5