Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Thessalonicenzen 3:13-18 Statenvertaling (SV1750)

13. En gij, broeders, vertraagt niet in goed te doen.

14. Maar indien iemand ons woord, door dezen brief geschreven, niet gehoorzaam is, tekent dien; en vermengt u niet met hem, opdat hij beschaamd worde;

15. En houdt hem niet als een vijand, maar vermaant hem als een broeder.

16. De Heere nu des vredes Zelf geve u vrede te allen tijd, in allerlei wijze. De Heere zij met u allen.

17. De groetenis met mijn hand, van Paulus; hetwelk is een teken in iederen zendbrief; alzo schrijf ik.

18. De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.

Lees verder hoofdstuk 2 Thessalonicenzen 3