Oude Testament

Nieuwe Testament

Zacharia 9:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Godsspraak, het woord des Heren.Hij is in het land Chadrak, en Damascus is zijn verblijfplaats; want de Here slaat het oog op andere mensen zowel als op alle stammen van Israël;

2. ja, ook op Hamat, dat daaraan grenst, op Tyrus met Sidon, al is het nog zo wijs,

3. en al heeft Tyrus zich een wal gebouwd en zilver opgehoopt als stof, en goud als slijk der straten.

4. Zie, de Here zal het veroveren, en zijn voormuur neerslaan in de zee, en zelf zal het met vuur worden verteerd.

5. Askelon zal het zien en vrezen, ook Gaza, en het zal hevig beven, en Ekron, omdat zijn verwachting zal beschaamd worden; dan zal de koning uit Gaza verdwijnen en Askelon zal onbewoond zijn.

Lees verder hoofdstuk Zacharia 9