Oude Testament

Nieuwe Testament

Zacharia 2:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En ik sloeg mijn ogen op en ik zag toe, en zie, een man met een meetsnoer in de hand.

2. Toen vroeg ik: Waar gaat gij heen? En hij antwoordde mij: Ik ga Jeruzalem opmeten en zien hoe groot zijn breedte en lengte zal zijn.

3. En zie, toen de engel die met mij sprak, naar voren trad, ging een andere engel hem tegemoet, tot wie hij zeide:

4. Snel heen, spreek tot die jongeling: als een open plaats zal Jeruzalem daar liggen vanwege de menigte van mensen en vee daarin.

Lees verder hoofdstuk Zacharia 2