Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 9:8-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Bestraf de spotter niet, opdat hij u niet hate,bestraf de wijze, dan zal hij u liefhebben,

9. geef aan de wijze, en hij zal nog wijzer worden,onderwijs de rechtvaardige, en hij zal aan inzicht winnen.

10. De vreze des Heren is het begin der wijsheiden het kennen van de Hoogheilige is verstand.

11. Want door mij worden uw dagen vermeerderd,worden jaren van leven u toegevoegd.

12. Als gij wijs zijt, zijt gij wijs tot uw eigen welzijn,als gij spot, zult gij dat alleen dragen.

13. Vrouwe Dwaasheid is luidruchtig,enkel onverstand, en zij weet niets;

14. zij zit bij de deur van haar huisop een zetel op de hoogten der stad

15. om te nodigen wie op de weg voorbijgaan,die hun paden recht maken:

16. Wie onverstandig is, kere zich hierheen;is iemand verstandeloos, dan zegt zij:

17. Gestolen water is zoet,heimelijk gegeten brood is smakelijk.

18. Maar hij weet niet, dat daar schimmen zijn,dat haar genodigden zijn in de diepten van het dodenrijk.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 9