Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 8:9-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. Zij alle zijn voor de verstandige juist,betrouwbaar voor wie kennis gevonden hebben.

10. Neemt mijn vermaning aan en niet zilver,en kennis boven uitgelezen goud.

11. Want wijsheid is beter dan koralen,al wat men zou kunnen begeren, kan haar niet evenaren.

12. Ik, de Wijsheid, woon bij de schranderheiden ik verkrijg kennis door overleggingen.

13. De vreze des Heren is het kwade te haten;hoogmoed en trots en boze wandelen een mond vol draaierijen haat ik.

14. Mijner zijn raad en overleg,ik ben het inzicht; mijner is de kracht.

15. Door mij regeren de koningenen verordenen de machthebbers recht.

16. Door mij heersen de vorstenen de edelen, al de rechters der aarde.

17. Ik heb lief wie mij liefhebben,wie mij ijverig zoeken, zullen mij vinden.

18. Rijkdom en eer zijn bij mij,duurzaam goed en gerechtigheid.

19. Mijn vrucht is meer waard dan goud, ja dan gelouterd goud,mijn opbrengst meer dan uitgelezen zilver.

20. Ik wandel op het pad van de gerechtigheid,midden op de wegen van het recht,

Lees verder hoofdstuk Spreuken 8