Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 8:21-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. om hen die mij liefhebben, bezit te doen beërven;hun schatkamers zal ik vullen.

22. De Here heeft mij tot aanzijn geroepenals het begin van zijn wegen,vóór zijn werken van ouds af.

23. Van eeuwigheid aan ben ik geformeerd,van den beginne, eer de aarde bestond.

24. Toen er nog geen oceaan was, ben ik geboren,toen er nog geen bronnen waren, rijk aan water.

25. Eer de bergen omlaaggezonken waren,vóór de heuvelen ben ik geboren;

26. toen Hij het aardrijk en de velden nog niet had gemaakt,noch de eerste stofdeeltjes der wereld.

27. Toen Hij de hemel bereidde, was ik daar;toen Hij een kring trok op het oppervlak van de oceaan,

28. toen Hij de wolken daarboven bevestigde,en de bronnen van de oceaan met kracht opborrelden,

Lees verder hoofdstuk Spreuken 8