Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 6:13-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. die met zijn ogen knipt,met zijn voeten schuifelt, met zijn vingers wijst,

14. in wiens hart draaierijen zijn, die aldoor kwaad smeedt,die twist stookt.

15. Daarom komt plotseling zijn ondergang,in een oogwenk wordt hij onherstelbaar verbrijzeld.

16. Deze zes dingen haat de Here,ja, zeven zijn Hem een hartgrondige gruwel:

17. hoogmoedige ogen, een valse tong,handen die onschuldig bloed vergieten,

18. een hart dat heilloze plannen smeedt,voeten die zich haasten om naar het kwade te snellen,

19. wie leugens uitblaast als een vals getuigeen wie twist stookt tussen broeders.

20. Bewaar, mijn zoon, het gebod van uw vaderen verwerp de onderwijzing van uw moeder niet.

21. Bind ze bestendig op uw hart,hang ze om uw hals.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 6