Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 3:9-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. Vereer de Here met uw rijkdomen met de eerstelingen van al uw inkomsten,

10. dan zullen uw schuren met overvloed gevuld wordenen uw perskuipen van most overstromen.

11. Veracht, mijn zoon, de tuchtiging des Heren nieten keer u niet met weerzin af van zijn bestraffing.

12. Want de Here bestraft wie Hij liefheeft,ja, gelijk een vader een zoon, aan wie hij welgevallen heeft.

13. Welzalig de mens die wijsheid vindt,de mens die verstandigheid verkrijgt;

14. want wat zij opbrengt, is beter dan de opbrengst van zilver,wat zij doet gewinnen, is beter dan goud.

15. Zij is kostbaarder dan koralen,al wat gij kunt begeren, kan haar niet evenaren.

16. Lengte van dagen is in haar rechterhand,in haar linkerhand rijkdom en eer.

17. Haar wegen zijn liefelijke wegen,al haar paden zijn vrede.

18. Een boom des levens is zij voor wie haar aangrijpen,wie haar vasthouden, zijn gelukkig te prijzen;

19. de Here heeft door wijsheid de aarde gegrond,door verstand de hemelen vastgesteld,

20. door zijn kennis zijn de waterdiepten gekliefden druppelen de wolken dauw.

21. Mijn zoon, laat ze niet wijken uit uw ogen,bewaar overleg en bedachtzaamheid,

22. dan zullen wij het leven voor uw ziel zijn,een sieraad voor uw hals.

23. Dan zult gij uw weg veilig gaan,zonder dat uw voet zich stoot.

24. Indien gij u nederlegt, zult gij niet opschrikken,maar gij zult u nederleggen en uw slaap zal zoet zijn.

25. Vrees niet voor plotselinge schrik,noch voor de ondergang der goddelozen, als hij komt.

26. Want de Here zal uw betrouwen zijn,Hij zal uw voet bewaren, zodat hij niet gegrepen wordt.

27. Onthoud het goed niet aan wie het toekomt,terwijl het in uw macht is het te doen.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 3