Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 24:4-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. door kennis worden de kamers gevuldmet allerlei kostbaar en liefelijk bezit.

5. Een wijs man is sterk,een man van kennis betoont kracht;

6. want met overleg moet gij de strijd voerenen de overwinning ligt in de veelheid van raadgevers.

7. Onbereikbaar is de wijsheid voor een dwaas,in de poort doet hij zijn mond niet open.

8. Wie aldoor bedenkt kwaad te doen,die noemt men een aartsschelm.

9. Het bedenken van dwaasheid is zonde,en de spotter is de mens een gruwel.

10. Betoont gij u slap ten dage der benauwdheid,dan komt uw kracht in het nauw.

11. Red hen die ten dode gegrepen zijn,wend u niet af van hen die ter slachting wankelen.

12. Wanneer gij zegt: Zie, wij wisten dit niet –zal Hij, die de harten doorzoekt, het niet merken,en Hij, die op uw ziel let, het niet weten,en de mens naar zijn doen vergelden?

13. Eet honig, mijn zoon, want dat is goed,honigzeem is zoet voor uw gehemelte;

Lees verder hoofdstuk Spreuken 24