Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 21:10-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. De begeerte van de goddeloze gaat uit naar het kwaad;zijn naaste draagt hij geen genegenheid toe.

11. Straft men de spotter, dan wordt de onverstandige wijs;onderricht men de wijze, hij zal kennis verwerven.

12. De Rechtvaardige let op het huis van de goddelozeen stort de goddelozen in het verderf.

13. Wie zijn oor gesloten houdt voor het hulpgeroep van de geringe,zal, als hij zelf roept, geen antwoord ontvangen.

14. Een heimelijke gave doet de toorn bedaren,een geschenk in de buidel hevige gramschap.

15. Recht doen is een vreugde voor de rechtvaardige,maar een verschrikking voor de bedrijvers van ongerechtigheid.

16. Een mens die afdwaalt van de weg van het verstand,zal tot rust komen in de vergadering der schimmen.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 21