Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 17:12-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Laat een van jongen beroofde berin iemand tegenkomen,maar niet een zot in zijn dwaasheid.

13. Wie kwaad voor goed vergeldt,het kwaad zal van zijn huis niet wijken.

14. Het begin van een twist is als het doorsteken van een waterkering;laat dus af van twist, voordat hij losbreekt.

15. Wie een goddeloze vrijspreekten wie een rechtvaardige veroordeelt,deze beiden zijn de Here een gruwel.

16. Wat baat de koopprijs in de hand van de dwaasom wijsheid te kopen, daar hij immers geen verstand heeft?

17. Een vriend heeft te allen tijde lief,maar een broeder wordt voor de nood geboren.

18. Een verstandeloos mens is hij, die handslag geeft,die zich borg stelt voor zijn naaste.

19. Wie twist liefheeft, heeft overtreding lief;wie een grote mond opzet, zoekt verderf.

20. De verkeerde van hart vindt geen geluk,de valse van tong valt in het ongeluk.

21. Wie een zot verwekt, die wordt het tot kwelling,de vader van een dwaas zal zich niet verheugen.

22. Een vrolijk hart bevordert de genezing,maar een verslagen geest doet het gebeente verdorren.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 17