Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 16:30-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

30. Wie zijn ogen toeknijpt, wil valse dingen verzinnen;wie zijn lippen samendrukt, heeft het kwaad reeds gedaan.

31. De grijsheid is een sierlijke kroon,zij wordt op de weg der gerechtigheid gevonden.

32. Een lankmoedig mens overtreft een held,wie zijn geest beheerst, hem die een stad inneemt.

33. Het lot wordt in de schoot geworpen,maar elke beslissing daarvan is van de Here.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 16