Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 14:23-34 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

23. In alle moeitevolle arbeid zal voordeel zijn,maar het gepraat der lippen leidt enkel tot gebrek.

24. De kroon der wijzen is hun rijkdom;de dwaasheid der zotten blijft dwaasheid.

25. Een betrouwbaar getuige is een redder van levens,maar wie leugens blaast, is een en al bedrog.

26. In de vreze des Heren ligt sterke gerustheid,zelfs voor zijn zonen is er een schuilplaats.

27. De vreze des Heren is een bron des levens,om de strikken des doods te ontwijken.

28. In de menigte van volk is des konings heerlijkheid,maar in gebrek aan onderdanenligt de ondergang van de machthebber.

29. De lankmoedige is groot van verstand,maar wie kortaangebonden is, hoopt dwaasheid op.

30. Een zachtmoedig hart is leven voor het vlees,maar jaloersheid is vertering voor de beenderen.

31. Wie de behoeftige verdrukt, smaadt diens Maker;maar wie zich over de arme ontfermt, eert Hem.

32. In zijn rampspoed wordt de goddeloze geveld,maar de rechtvaardige vindt zelfs in zijn dood een schuilplaats.

33. In het hart van de verstandige rust de wijsheid,zelfs te midden der zotten wordt zij onderkend.

34. Gerechtigheid verhoogt een volk,maar zonde is een schandvlek der natiën.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 14