Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 13:17-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

17. Een goddeloos gezant valt in het ongeluk,maar een betrouwbare bode brengt genezing.

18. Armoede en schande treffen hem die de tucht in de wind slaat,maar wie de terechtwijzing in acht neemt, wordt geëerd.

19. Een vervulde begeerte is zoet voor de ziel,het is de dwazen een gruwel van het kwaad af te wijken.

20. Wie met wijzen omgaat, wordt wijs;maar wie met dwazen verkeert, wordt slecht.

21. Het kwaad vervolgt de zondaren,maar de rechtvaardigen vergeldt Hij het goede.

22. De goede doet zijn kindskinderen erven,maar het vermogen van de zondaarwordt weggelegd voor de rechtvaardigen.

23. Het pas ontgonnen land der armenkan overvloed van spijzen leveren,maar soms gaat deze door onrecht teloor.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 13