Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 11:11-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. In de zegen der oprechten ligt de opkomst der stad,maar door de mond der goddelozen wordt zij afgebroken.

12. Wie zijn naaste veracht, is verstandeloos;maar een verstandig man zwijgt stil.

13. Wie met laster omgaat, verraadt geheimen;maar wie betrouwbaar van geest is, houdt een zaak verborgen.

14. Als beleid ontbreekt, komt het volk ten val;maar er is redding, als er vele raadgevers zijn.

15. Slecht vergaat het hem die borg is voor een vreemde,maar wie de handslag vermijdt, gaat veilig.

16. Een bevallige vrouw verkrijgt eer,zo verkrijgen de geweldigen rijkdom.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 11