Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 1:23-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

23. Keert u tot mijn vermaning!Zie, ik wil mijn geest voor u uitstorten,u mijn woorden bekendmaken.

24. Omdat gij weigerdet, toen ik riep,niemand acht gaf, toen ik mijn hand uitstrekte,

25. gij al mijn raadgevingen in de wind sloegt,en mijn vermaning niet wildet,

26. daarom zal ik ook lachen om uw verderf;ik zal spotten, wanneer uw verschrikking komen zal.

27. Wanneer uw verschrikking zal komen als een stormen uw verderf zal aansnellen als een wervelwind,wanneer benauwdheid en angst over u zullen komen,

28. dan zullen zij tot mij roepen, maar ik zal niet antwoorden,zij zullen mij zoeken, maar mij niet vinden.

29. Omdat zij de kennis hebben gehaaten de vreze des Heren niet hebben verkozen,

30. mijn raad niet hebben gewild,al mijn vermaningen hebben versmaad,

31. zullen zij eten van de vrucht van hun wandelen verzadigd worden van hun raadslagen.

32. Want de afkerigheid der onverstandigen zal hen doden,de zorgeloosheid der dwazen zal hen te gronde richten.

33. Maar wie naar mij luistert, zal gerust wonen,beveiligd tegen de verschrikking van het onheil.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 1