Oude Testament

Nieuwe Testament

Sefanja 3:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Wee u, weerspannige, bezoedelde, verdrukkende stad!

2. Zij hoort naar geen roepstem, zij neemt geen tuchtiging aan; op de Here vertrouwt zij niet, tot haar God nadert zij niet.

3. Haar vorsten in haar midden zijn brullende leeuwen; haar rechters zijn avondwolven, zij laten niets over tot de morgen.

4. Haar profeten zijn woordenkramers, mannen die trouweloos handelen; haar priesters ontwijden het heilige, zij doen de wet geweld aan.

Lees verder hoofdstuk Sefanja 3