15. En hij zal uw ziel verkwikken en u in uw ouderdom verzorgen; want uw schoondochter, die u liefheeft, heeft hem gebaard, zij, die u meer waard is dan zeven zonen.
16. En Noömi nam het kind en legde het op haar schoot en zij werd zijn verzorgster.
17. En de burinnen gaven het een naam, zeggende: Aan Noömi is een zoon geboren; en zij noemden hem Obed. Deze is de vader van Isaï, de vader van David.
18. Dit nu zijn de nakomelingen van Peres: Peres verwekte Chesron,
19. Chesron verwekte Ram, Ram verwekte Amminadab,
20. Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salma,
21. Salmon verwekte Boaz, Boaz verwekte Obed,
22. Obed verwekte Isaï en Isaï verwekte David.