Oude Testament

Nieuwe Testament

Richteren 9:7-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. Toen men dit aan Jotam had meegedeeld, ging hij bovenop de berg Gerizim staan, verhief zijn stem en riep hun toe: Luistert naar mij, gij burgers van Sichem, en God zal naar u luisteren.

8. Eens begaven de bomen zich op weg om een koning over zich te zalven en zij zeiden tot de olijfboom: wees toch koning over ons!

9. Maar de olijfboom zeide tot hen: zou ik de vettigheid prijsgeven, welke God en mensen in mij eren, om te gaan zweven boven de bomen?

10. Toen zeiden de bomen tot de vijgeboom: welaan, wees gij koning over ons!

11. Maar de vijgeboom zeide tot hen: zou ik mijn zoetigheid prijsgeven en mijn goede vruchten, om te gaan zweven boven de bomen?

12. Toen zeiden de bomen tot de wijnstok: welaan, wees gij koning over ons!

13. Maar de wijnstok zeide tot hen: zou ik mijn most prijsgeven, die God en mensen vrolijk maakt, om te gaan zweven boven de bomen?

14. Toen zeiden al de bomen tot de doornstruik: welaan, wees gij koning over ons!

Lees verder hoofdstuk Richteren 9