Oude Testament

Nieuwe Testament

Richteren 21:6-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. De Israëlieten hadden echter medelijden met hun broeder Benjamin en zeiden: Heden is er één stam van Israël afgesneden;

7. hoe kunnen wij aan hen die overgebleven zijn, vrouwen verschaffen, nu wij bij de Here gezworen hebben om hun geen van onze dochters tot vrouw te geven?

8. Daarom zeiden zij: Is er één uit de stammen van Israël, die niet naar de Here te Mispa is opgekomen? Toen bleek, dat er uit Jabes in Gilead niemand naar de legerplaats tot de gemeente was gekomen.

9. Men stelde een onderzoek in onder het volk, en zie, er was daar niemand uit de inwoners van Jabes in Gilead.

Lees verder hoofdstuk Richteren 21