Oude Testament

Nieuwe Testament

Richteren 11:25-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

25. Nu dan, zijt gij zoveel beter dan Balak, de zoon van Sippor, de koning van Moab?

26. Heeft hij getwist met Israël of er oorlog tegen gevoerd? En waarom hebt gij, terwijl Israël in Chesbon met onderhorige plaatsen, in Aroër met onderhorige plaatsen, en in alle steden aan de oevers van de Arnon gedurende driehonderd jaar gevestigd was, die in die tijd niet bevrijd?

27. Ik heb dus niets misdreven tegen u, maar gij handelt onrechtvaardig jegens mij door mij te beoorlogen. De Here, die Rechter is, richte heden tussen de Israëlieten en de Ammonieten.

28. Maar de koning der Ammonieten gaf geen gehoor aan de boodschap, die Jefta hem gezonden had.

Lees verder hoofdstuk Richteren 11