Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 94:6-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. weduwe en vreemdeling doden zij,en wezen vermoorden zij;

7. zij zeggen: De Here ziet het niet,de God van Jakob merkt het niet.

8. Merkt op, gij redelozen onder het volk!En gij dwazen, wanneer zult gij verstandig worden?

9. Zou Hij, die het oor plantte, niet horen?die het oog vormde, niet zien?

10. Zou Hij, die de volken onderwijst, niet straffen,Hij, die de mens kennis leert?

11. De Here kent de gedachten der mensen:ijdelheid zijn zij.

12. Welzalig de man die Gij kastijdt, Here,die Gij onderwijst uit uw wet,

13. om hem rust te verlenen van de dagen des onheils,terwijl voor de goddeloze de kuil gegraven wordt.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 94