51. Gedenk, Here, de smaad, uw knechten aangedaan;hoe ik in mijn boezem (de hoon) van alle grote volken draag,
52. waarmee uw vijanden smaden, o Here,waarmee zij smaden de voetsporen van uw gezalfde!
53. Geloofd zij de Here voor eeuwig.Amen, ja amen.