Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 89:30-38 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

30. zijn nakroost zal Ik voor immer doen voortbestaan,en zijn troon als de dagen des hemels.

31. Indien zijn zonen mijn wet verlaten,en niet naar mijn verordeningen wandelen;

32. indien zij mijn inzettingen ontwijden,en mijn geboden niet onderhouden,

33. dan zal Ik hun overtreding met de roede bezoeken,en hun ongerechtigheid met plagen;

34. maar mijn goedertierenheid zal Ik hem niet onthouden,mijn trouw zal Ik niet verloochenen,

35. mijn verbond zal Ik niet ontwijden,noch veranderen wat over mijn lippen gekomen is.

36. Eenmaal heb Ik bij mijn heiligheid gezworen:Hoe zou Ik tegenover David liegen!

37. Zijn nakroost zal voor altoos bestaan,zijn troon zal als de zon vóór Mij zijn;

38. als de maan zal hij voor altoos vaststaan,en de getuige aan de hemel is getrouw. sela

Lees verder hoofdstuk Psalmen 89